Begroting 2020

Verschillenanalyses

Verschillen van meer dan 10% tussen de begroting 2020 en de begroting 2019 (primitief) worden op programmaniveau toegelicht. Daarbij geldt een minimum van € 75.000. Verschillen van meer dan € 250.000 worden altijd toegelicht. De lasten en baten worden voor de vergelijking niet gesaldeerd.

Algemeen

In het algemeen kan gesteld worden, dat verschillen tussen de begroting 2020 en de begroting 2019
in de lasten en baten van deelprogramma’s zijn veroorzaakt door de loon- en prijscompensatie die is doorvertaald naar de programma's van respectievelijk 1,9% en een 1,4%.
In het overzicht van baten en lasten zijn ook posten opgenomen onder de programmabrede kosten. Hier worden de saldi van de kostenplaatsen van de diverse deelprogramma’s verwerkt die ontstaan uit mutaties in apparaat- en overheadkosten. De kostenverdeling is gebaseerd op de prognose van de urenverdeling in 2019. Dit kan ook leiden tot een verschuiving van lasten tussen de programma's.

De overige verschillen kunnen worden toegelicht op basis van de volgende mutaties:
-wijzigingen die zijn ontstaan als gevolg van reeds begrote mutaties in de meerjarenraming conform
eerdere besluitvorming bij vaststelling van de begroting 2019;
-wijzigingen als gevolg van besluitvorming na vaststelling van de begroting 2019 (bijv. collegeprogramma 2018-2022)
-mutaties in budgetten die gerelateerd zijn aan de uitwerking van de begrotingsrichtlijnen zoals de actualisatie van budgetten op basis van demografische kerngegevens (p x q);
-de effecten en taakmutaties van de landelijke ontwikkeling op de Algemene Uitkering en specifieke uitkeringen van het Rijk/ Provincie;
-budgetneutrale wijzigingen in de kostenverdeling tussen de verschillende (deel)programma’s.

Samen leven

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

00.01

Toegang & transformatie

3.856

4.279

423

00.02

Jeugd en onderwijs

14.123

15.370

1.247

378

378

00.03

Wmo

9.837

10.132

295

1.508

1.083

425

00.04

Werk

1.474

1.510

35

355

301

54

00.05

Inkomen

12.288

12.618

330

7.796

7.905

-109

00.06

Sport & gezondheid

5.899

6.283

384

1.389

1.385

4

00.07

Kunst en cultuur

2.474

2.621

147

241

244

-3

00.99

Programmabrede kosten

67

-67

Totaal

50.020

52.813

2.793

11.667

11.296

371

De trend van stijgende kosten voor jeugdzorg en als gevolg van wijzigingen in de Wet maatschappe-lijke ondersteuning (Wmo) zet zich naar verwachting voort vanaf 2020. Dit is de reden dat in de Perspectiefnota 2020 is voorgesteld om middelen toe te voegen aan de budgetten voor jeugdzorg en Wmo. Voor het jaar 2020 bedraagt dit per saldo € 1,39 miljoen (verhoging van de lasten met € 1,36 miljoen en verlaging van de baten met € 0,03 miljoen). Zie voor verdere toelichting in de Perspectiefnota 2020, onder paragraaf 6.3.3.
De budgetten zijn geïndexeerd conform de percentages in de begrotingsrichtlijnen 2020. Voor het programma Samen leven betekent dit een verhoging van de lasten met € 0,56 miljoen en € 0,15 voor de baten (per saldo € 0,4 miljoen).

Extra toegekende middelen door het Rijk (circulaires) hebben geleid tot verhoging van de lasten in 2020 ten opzichte van 2019:

  • Meicirculaire 2018 € 0,35 miljoen: Tot en met 2018 werd er door het Rijk specifieke middelen beschikbaar gesteld voor het sociaal domein (jeugd, Wmo en participatie) in de vorm van integratie-uitkeringen. Deze middelen zijn met ingang van 2019 onderdeel geworden van de algemene uitkering.
  • Decembercirculaire 2018 € 0,43 miljoen: Het Rijk heeft voor de jaren 2018 t/m 2020 middelen beschikbaar gesteld voor het transformatiefonds jeugd in de regio Lekstroom (€ 0,4 miljoen per jaar). Het transformatiefonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen en sluit aan bij het Actieprogramma Zorg voor de Jeugd.
  • Meicirculaire 2019 € 0,11 miljoen:
    • Met ingang van 1 januari 2020 treedt de Wet verplichte ggz in werking.  Deze wet vervangt de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen en regelt de rechten van mensen die te maken hebben met verplichte zorg in de GGZ. Een belangrijke verandering is dat verplichte zorg straks ook buiten een GGZ-instelling opgelegd kan worden en dat de essentiële voorwaarden voor deelname aan de maatschappij in het zorgplan worden meegenomen. Houten heeft met ingang van 2020 voor deze taak € 0,04 miljoen beschikbaar.
    • In aanloop naar het nieuwe inburgeringsstelsel hebben Rijk en gemeenten bestuurlijke afspraken gemaakt over de versterking van het taalniveau van statushouders die nog onder de huidige Wet inburgering inburgeren. Houten heeft voor deze taak in 2019 en 2020 € 0,06 miljoen ontvangen. Met deze extra middelen wordt tevens beoogd dat gemeenten zich oriënteren op de regierol inburgering zodat een soepele overgang naar het nieuwe stelsel wordt bevorderd.

Op 16 juli jl. heeft de raad al een besluit genomen over de begroting 2020 van de WIL. Dit heeft geleid tot een verhoging van de lasten met € 0,36 miljoen.

Het extra budget specifieke uitkering Sport (Spuk sport) is vanaf 2020 voor € 0,15 miljoen opgenomen in de begroting, omdat het de verwachting is dat het Rijk de nadelen van de invoering van de Spuk Sport-regeling niet voldoende zal compenseren.

In de meerjarenraming van de begroting 2018 zijn al fluctuaties voor het jaar 2020 ten opzichte van 2019 verwerkt die in deze verschillenanalyse weer tot uitdrukking komen. Het gaat om een totaalbedrag van € 0,63 miljoen voor de lasten (verlaging) en € 0,34 miljoen voor de baten (verlaging), per saldo € 0,28 miljoen verlaging. Omdat deze mutaties al in de begroting 2018 zijn verwerkt, worden ze hier niet nogmaals toegelicht.
De actualisatie van de kostentoerekening van apparaat- en overheadkosten heeft tot een verhoging van de lasten met € 0,24 miljoen geleid binnen dit programma.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een verlaging van de lasten met € 0,13 miljoen en de baten met € 0,15 miljoen, per saldo € 0,02 miljoen.

Duurzame leefomgeving

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

02.01

Woningen

365

288

-76

14

13

1

02.02

Commerciële voorzieningen en horeca

552

736

184

213

178

35

02.03

Leefomgeving

7.483

7.836

353

3.228

3.379

-151

02.04

Gebiedsinrichting

26.194

14.624

-11.570

24.617

12.982

11.635

02.05

Duurzaamheid & energietransitie

6.342

6.881

540

5.224

5.576

-352

02.06

Landschap en recreatie

426

487

61

13

17

-4

02.07

Cultuurhistorie en archeologie

935

965

30

389

406

-17

02.99

Programmabrede kosten

314

53

-261

Totaal

42.611

31.870

-10.741

33.697

22.550

11.147

De lagere lasten op het deelprogramma Woning worden veroorzaakt door de incidentele uitgaven in 2019 voor de Stedenbouwkundige Visie.

De toename van de lasten voor Commerciële voorzieningen en horeca van € 0,18 miljoen wordt veroorzaakt door de hogere doorbelasting van de kostenplaatsen teams RO en VTH op basis van de nieuwe organisatiestructuur.

De hogere lasten van Leefomgeving van 0,35 miljoen worden voor het grootste gedeelte  veroorzaakt door een verhoging van het budget voor Openbaar Groen vanuit het Collegeprogramma 2018-2022 (€ 0,07 miljoen), een toename van het budget voor het maaien van de Lekdijk vanuit de Perspectiefnota 2018 (€ 0,03 miljoen), verhoging van de energie- en onderhoudslasten voor de openbare verlichting (€ 0,06 miljoen) en een stijging van de kosten voor riolering (€ 0,08 miljoen). Overige verschillen worden veroorzaakt door indexering en actualisatie van kapitaallasten en ureninzet.
De hogere baten van Leefomgeving (€ 0,15 miljoen) wordt grotendeels veroorzaakt door hogere opbrengsten rioolheffing (€ 0,08miljoen). Overige verschillen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door indexering.

Het deelprogramma Gebiedsinrichting betreft de grondexploitatie. De mutaties (lasten € - 11,6 miljoen en baten € - 11,6 miljoen) worden neutraal opgenomen omdat deze geen invloed hebben op het saldo van de algemene dienst.

De hogere lasten voor Duurzaamheid en energietransitie komen voort uit het collegeprogramma  2018-2022 € 0,18 miljoen en de afvalstoffeninzameling  € 0,4 miljoen.
Vanuit het collegeprogramma zijn dit de ambities voor €  0,05 miljoen voor snel aardgasvrij, € 0,08 miljoen energietransitie, € 0,04 miljoen duurzaamheidsinitiatieven en € 0,02 miljoen bijdrage aan de regionale energietransitie U10.
De lasten voor de afvalstoffeninzameling nemen met € 0,4 miljoen toe maar deze lasten worden in zijn totaal verhaald middels de afvalstoffenheffing die met € 0,4 miljoen toeneemt.
De verhoging van de lasten is enerzijds het gevolg van de groei van Houten waardoor afvalhoeveelheden toenemen. Daarnaast is er sprake van fors hogere verbrandingsbelasting opgelegd door het Rijk en is de opslag en het verwerken van kunststof duurder geworden.
Ook is de bijdrage vanuit de verpakkingenindustrie verlaagd.

De daling van de lasten op Programmabrede kosten zijn het gevolg van de incidentele impulsmiddelen 2019 die in 2020 niet meer aanwezig zijn.

Goede bereikbaarheid

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

03.01

Verkeersbeleid

137

85

-52

1

2

-1

03.02

Autoverkeer

2.853

2.813

-40

37

48

-11

03.03

Fietsverkeer

890

901

11

422

432

-9

03.04

Openbaar vervoer

11

11

03.99

Programmabrede kosten

Totaal

3.891

3.811

-81

460

482

-22

De budgetten zijn geïndexeerd conform de percentages in de begrotingsrichtlijnen 2020. Voor het programma Goede bereikbaarheid betekent dit een verhoging van de lasten met € 0,04 miljoen en € 0,01 miljoen voor de baten (per saldo € 0,03 miljoen).

Het lagere budget voor het deelprogramma Verkeersbeleid in 2020 ten opzicht van 2019 wordt voor het grootste gedeelte veroorzaakt doordat er in 2019 incidenteel € 0,07 miljoen beschikbaar was voor onderzoek naar maatregelen om het fietsgebruik te stimuleren.

Het lagere budget voor het deelprogramma Autoverkeer in 2020 ten opzichte van 2019 wordt bijna in zijn geheel veroorzaakt door technische ombuigingen waarbij budgetten die jaarlijks kleine overschotten laten zien, neerwaarts zijn bijgesteld.

Veilige leefomgeving

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

04.01

Sociale veiligheid en Openbare orde

1.131

1.246

115

355

363

-8

04.02

Fysieke veiligheid

304

300

-4

12

12

04.03

Crisisbeheersing

2.305

2.366

61

04.99

Programmabrede kosten

66

-66

Totaal

3.806

3.912

107

367

375

-8

Sociale veiligheid en Openbare orde en Programmabrede kosten moeten voor de verschillenanalyse als één onderdeel gezien worden omdat in 2019 ondermijning begroot is bij Programmabrede kosten, terwijl dit in 2020  onder Sociale veiligheid en Openbare orde valt.

De hogere lasten voor crisisbeheersing wordt veroorzaakt door een verhoging van de bijdrage 2020 VRU met € 0,08 miljoen op basis van hun ontwerpbegroting 2020.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een verhoging van de lasten met € 0,03 miljoen en de verlaging van baten met € 0,01 miljoen.

Betrokken bij de samenleving

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

05.01

Politiek en bestuur

2.634

2.770

136

1

1

05.02

Dienstverlening

1.701

1.686

-15

507

497

10

05.99

Programmabrede kosten

Totaal

4.335

4.456

121

508

498

10

De hogere lasten in de begroting 2020 ten opzichte van 2019 wordt voor € 0,03 miljoen veroorzaakt doordat de beleidsambitie initiatievenbudget uit het collegeprogramma 2018-2022 met dit bedrag verhoogd is. Daarnaast is er in de perspectiefnota 2020 éénmalig een budget € 0,03 miljoen beschikbaar gesteld om de website toegankelijker te maken.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een verhoging van de lasten met € 0,06 miljoen en de verlaging van baten met € 0,01 miljoen. Bij de lasten wordt dit vooral veroorzaakt door wat onder algemeen vermeld staat.

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

Deelprogramma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

A1

Lokale heffingen

631

649

19

12.689

13.021

-332

A2

Algemene uitkering en overige uitkeringen gemeentefonds

42

112

70

57.115

59.370

-2.256

A3

Overhead

12.100

12.013

-87

216

278

-62

A4

Saldo financieringsfunctie

76

-153

-228

44

-5

49

A6

Overige baten en lasten

1.980

479

-1.501

1.125

922

204

A7

Onvoorzien

62

63

1

Totaal

14.891

13.164

-1.728

71.188

73.586

-2.398

Mutaties reserves

Programma

2019
Lasten

2020
Lasten

Mutatie
Lasten

2019
Baten

2020
Baten

Mutatie
Baten

00.

Samen leven

500

-500

439

112

326

02.

Duurzame leefomgeving

1.159

156

-1.003

791

448

342

03.

Goede bereikbaarheid

2.492

1.596

-895

1.227

1.227

04.

Veilige leefomgeving

95

95

A

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie

782

1

-781

4.143

1.807

2.336

Totaal

4.933

1.753

-3.180

6.694

3.595

3.100

Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie
De hogere baten lokale heffingen € 0,33 miljoen ten opzichte van de primitieve begroting 2019 worden naast de reeds eerder onder algemeen vermelde prijscompensatie van 1,4% ook veroorzaakt door een hogere opbrengst door areaaluitbreiding(meer woningen/ niet woningen).

Ten opzichte van de primitieve begroting 2019 zijn de baten van de algemene uitkering in 2020 € 2,26 miljoen hoger. De hoogte van de algemene uitkering 2020 wordt bepaald door de door het rijk uitgebrachte maart, mei en septembercirculaires uit diverse jaren. Naast verhoging op basis van loon- en prijsbijstelling, hoeveelheidsverschillen, nominale en accresontwikkeling en ontwikkeling uitkeringsbasis wordt deze stijging ook veroorzaakt door de extra beschikbaar gestelde middelen Jeugdhulp (€ 0,8 miljoen). Dit laatste is de voornaamste oorzaak van de stijging.

De lasten van de financieringsfunctie zijn € 0,23 miljoen lager dan in de primitieve begroting 2019. Dit ontstaat door lagere te betalen rente op leningen lang. Deze rente wordt op basis van 1,5% omslagrente, hetzelfde percentage als in 2019, door belast aan de vaste activa. Hierdoor slaat het negatieve saldo financieringsfunctie 2019 om in een positief saldo.

De lagere lasten bij overige baten en lasten ten opzichte van de primitieve begroting 2019 van € 1,50 miljoen worden veroorzaakt door het opnemen van een stelpost 1e fase ombuigingen (-/-€ 0,8 miljoen) uit de perspectiefnota 2020 en door het lager begroten van stelposten salarissen t.b.v. de nieuwe CAO en de in 2019 incidenteel beschikbaar gestelde impulsmiddelen/ Flankerend beleid (-/-€ 0,70 miljoen). De lagere baten van € 0,20 miljoen ontstaat doordat het contract voor de ICT dienstverlening Regionale omgevingsdienst(RUD) per 1-6-2020 afloopt.

Overige kleinere mutaties in de begroting hebben geleid tot een verlaging van de lasten met € 0,12 miljoen en de verhoging van baten met € 0,01 miljoen.

Mutatie reserves
De stortingen in de reserves in 2020 zijn € 3,18 miljoen lager en de onttrekkingen zijn € 3,1 miljoen euro hoger ten opzichte van de primitieve begroting 2019. Het verschil in onttrekkingen is als volgt te verklaren.

Programma Samen leven
De storting in de bestemmingsreserves is in 2020 € 0,5 miljoen lager dan in 2019.
Er zijn in 2020 geen stortingen in de reserves van dit programma, terwijl in 2019 er een storting is in de bestemmingsreserve Transities in Samenhang € 0,5 miljoen inzake de beleidsambities collegeprogramma 2018-2022 Houtense werktafel en diverse onderwerpen.
De onttrekking uit bestemmingsreserves is in 2020 € 0,33 miljoen lager dan in 2019.
In het Programma Sociale Kracht 2017-2020 is voorgesteld om de bestemmingsreserve transities in samenhang de komende jaren in te zetten als innovatie- en egalisatiereserve. Vanuit de innovatiereserve werd in 2019 nog € 0,21 miljoen gezet voor het project Meedoen naar vermogen:Houtense werktafel en € 0,1 miljoen voor Sterke buurten. Deze zijn in 2020 vervallen. Daarnaast is er in 2019 een onttrekking uit de reserve Organisatie-ontwikkeling geraamd ten behoeve van een garantiebaan € 0,02 miljoen. Deze is in 2020 ook niet meer begroot.

Programma Duurzame leefomgeving
Dat de storting in 2020 lager zijn € 1,0 miljoen is te verklaren uit dat de stortingen als gevolg van beleidsambities collegeprogramma 2018-2022: Nieuw Wulven, Fort Honswijk en diverse onderwerpen (€ 1,00 miljoen) zijn komen te vervallen in 2020. De lagere onttrekkingen € 0,34 miljoen worden veroorzaakt doordat de onttrekking ten laste van het toekomstfonds voor de implementatie van de omgevingswet verlaagd wordt in 2020 van € 0,2 miljoen naar € 0,1 miljoen. In 2020 is geen onttrekking € 0,24 miljoen meer ten behoeve van de in 2019 beschikbaar gestelde middelen voor de tijdelijke versterking van de organisatie(impulsmiddelen). Daarnaast ontstaat er een lagere onttrekking van € 0,20 miljoen doordat het contract voor de ICT dienstverlening Regionale omgevingsdienst(RUD) per 1-6-2020 afloopt.

Programma Goede bereikbaarheid
In 2020 zijn de stortingen € 0,9 miljoen lager dan in 2019. Komt door een lagere storting in de reserve Mobiliteit en bereikbaarheid van € 1,0 miljoen in 2019 t.b.v. de bestuursovereenkomst Bunnik Houten, welke niet meer plaats vindt in 2020. Daarnaast wordt de storting ten behoeve van het Jaarplan BOR in de reserve BOR elk jaar met € 0,1 miljoen verhoogd.

Programma Veilige leefomgeving
De lagere onttrekking € 0,1 miljoen wordt veroorzaakt doordat er in 2020 geen onttrekking € 0,1 miljoen meer is ten behoeve van de in 2019 beschikbaar gestelde middelen voor de tijdelijke versterking van de organisatie(impulsmiddelen).

Programma Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie
De stortingen in de reserves bij algemene dekkingsmiddelen in 2020 zijn € 0,78 miljoen lager ten opzichte van 2019. Dit is het gevolg van besluitvorming bij de Perspectiefnota 2018,waarbij voor 2019 middelen beschikbaar gesteld werden voor informatiebeleid, digitalisering en het borgen van privacy en veiligheid € 0,14 miljoen en voor de tijdelijke versterking van de organisatie (impulsmiddelen) € 0,60 miljoen. Deze komen in 2020 te vervallen. Verder nemen de stortingen af € 0,04 miljoen doordat het contract voor de ICT dienstverlening Regionale omgevingsdienst(RUD) per 1-6-2020 afloopt. Een onttrekking geraamd i.p.v. een storting.

De onttrekkingen aan reserves bij algemene dekkingsmiddelen in 2020 bedraagt € 1,81 miljoen ten opzichte van € 4,15 miljoen in 2019. De onttrekking in 2019 als gevolg van een onttrekking aan de algemene beklemde reserve op basis van de Collegeprogramma 2018-2022 (€ 2,5 miljoen), is in 2020 vervallen. Daarnaast zijn de begrote onttrekkingen, welke voor diverse activiteiten in 2019 bij de perspectiefnota 2018 beschikbaar gesteld zijn € 1,09 miljoen ook vervallen in 2020. Een onttrekking uit algemene beklemde reserve (1,21 miljoen) in 2020 veroorzaakt door het BTW-compensatiefonds algemene uitkering komt wel in 2020 voor, maar niet in 2019. Bovengenoemde storting RUD bedraagt € 0,04 miljoen in 2020, welke zich niet in 2019 bevindt.

ga terug