Dit is het 6de “programma” Algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie omdat de BBV (besluit begroting en verantwoording)-voorschriften de gemeente verplicht om naast haar 5 facultatieve programma’s ook dit programma in de begroting op te nemen.
Dit programma heeft een heel ander karakter dan de andere programma's en is daarom anders van opbouw.
Het programma algemene dekkingsmiddelen en ondersteuning organisatie betreft de OZB en de uitkeringen uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen geen vooraf bepaald bestedingsdoel en zijn daarmee vrij aanwendbaar. Daarnaast is in dit programma volgens de BBV notitie overhead de overhead apart begroot en dus niet meer verwerkt in de (deel)programma's. Ook het renteresultaat komt via dit programma naar voren en voldoet aan de criteria van de notitie rente.
De niet vrij aanwendbare heffingen, zoals het rioolrecht en afvalstoffenheffing, en de ontvangsten van specifieke uitkeringen zijn als baten opgenomen in de betreffende programma’s.
Overhead
Hieronder volgt een overzicht van de overhead:
Door de organisatiewijziging per 1-1-2019 van afdelingen naar teams is de rubricering tussen de onderlinge functies(soorten) gewijzigd.
Deze overheadkosten bedragen 43,6 % (2019 45,5%) van de totale kosten van de organisatie (apparaatskosten).
De overheadkosten zijn in de paragraaf lokale heffingen ook apart inzichtelijk bij de kostenonderbouwing gemeentelijke heffingen (rioolrecht en afvalstoffenheffing).
Vennootschapsbelasting
In de begroting 2020 is geen post voor te betalen vennootschapsbelasting opgenomen. Bij een onderzoek met behulp van een fiscalist in 2016 over het wel of niet Vpb-plichtig zijn, is vast komen te staan, dat Houten niet Vpb-plichtig is. Deze uitkomst is aan de Belastingdienst voorgelegd. Bij het opstellen van deze begroting is nog steeds geen beslissing van de belastingdienst bekend. Wel zijn begin 2019 afspraken gemaakt tussen de brancheorganisatie die zich bezig houdt met de inzameling van huishoudelijk afval (de NVRD) en de Belastingdienst. Afgesproken is dat waar het gaat om afvalstromen met een positieve waarde, gemeenten of samenwerkingsverbanden met terugwerkende kracht vanaf 2016 aangifte moeten doen van een “winst” ter grootte van 1% van de opbrengst van die betreffende afvalstromen. De belastingdienst legt vervolgens een heffing op van 20% van die “winst”. Ons samenwerkingsverband (AVU) heeft over 2016 en 2017 zelf aangifte gedaan van de “winst” met betrekking tot de opbrengst van papier en glas (de twee grootste afvalstromen die een positieve waarde hebben). De aangifte over de resterende afvalstromen (oud ijzer en frituurvet) vormen vooralsnog een te verwaarlozen bedrag voor gemeente Houten.