Begroting 2020

Paragraaf Financiering

Inleiding

De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) geeft een kader voor het (financierings-) risicomanagement. Het betreft het raamwerk voor het financieringsbeleid. Dit is verder uitgewerkt in de gemeentelijke Regeling treasury. Deze regeling geeft een uiteenzetting van de kaders, waarbinnen het treasurybeleid van de gemeente Houten wordt vormgegeven en de bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de treasuryfunctie worden beschreven.
Daarnaast zijn er beleidsregels met betrekking tot het verstrekken van geldleningen en garanties. Deze beleidsregels bieden toetsingskaders c.q. spelregels voor het beoordelen van lening- en garantieaanvragen.

Ontwikkelingen

Er zijn geen ontwikkelingen te melden.

Rentevisie

Voor de financieringsbehoefte (korte en lange termijn) is een visie op de rente-ontwikkeling onontbeerlijk. Daarom wordt gebruik gemaakt van diverse renteverwachtingen van kredietwaardige instellingen. Op basis daarvan wordt de gemeentelijke rentevisie geformuleerd.
De FED (de centrale bank van de Verenigde Staten van Amerika) heeft de beleidsrente voor het eerst sinds de financiële crisis in 2008, weer verlaagd met 25 basispunten vanwege een dalende inflatie. De daling door de FED vergroot de kans op een renteverlaging door de ECB (Europese centrale bank).
De 10-jaars swaprente, de maatstaf voor de kapitaalmarktrente daalde van 0,89% medio 2018 naar 0,06% medio 2019. De 3-maands Euribor (Euro Interbank Offered Rate; het rentetarief voor leningen tussen de Europese banken) daalde licht van -0,32% medio 2018 naar -0,37% medio 2019. Voor medio 2020 is de verwachting, dat de 10-jaars swaprente in de eurozone zich rond de 0,26% zal bewegen. De korte termijnrente zal gemiddeld uitkomen op -0,4%.

Renterisico

Voor het renterisico gelden er twee normen namelijk de renterisiconorm en de kasgeldlimiet. Er dient binnen deze normen geopereerd te worden.

Renterisiconorm (lang)
Het doel van de renterisiconorm is het beperken van de gevolgen van een stijgende kapitaalmarktrente op de rentelasten in geval van herfinanciering en renteherziening van geldleningen. Dit wordt bereikt door een limiet te stellen aan dat deel van de vaste schuld waarover het rentepercentage in een bepaald jaar moet worden aangepast aan de op dat moment geldende markttarieven. Deze norm is op 20% van de lastenkant van de begroting gesteld en wordt afgezet tegen de jaarlijkse verplichte aflossingen en de renteherzieningen.

Uit bovenstaande tabel blijkt dat wij meerjarig onder de renterisiconorm uitkomen. In 2020 overschrijden wij de norm doordat twee leningen (€ 20 miljoen) van het grondbedrijf vervallen. Deze leningen zijn kort en fix gefinancierd met een looptijd tussen de 1 en 3 jaar. Reden voor deze wijze van financieren is een aflopend Grondbedrijf. Nadeel van kort en fix lenen is dat er snel afgelost en geherfinancierd moet worden met een overschrijding van de renterisiconorm als gevolg. Gezien de renteverwachting voor het komende jaar lopen we in 2020 geen renterisico op onze financieringsbehoefte.

Kasgeldlimiet (kort)
Om het risico van kortlopende financiering te beperken is in de Wet fido de kasgeldlimiet vastgesteld. De kasgeldlimiet is een vastgesteld percentage (8,5%) berekend over de lastenkant van de begroting. Zodra de kortlopende financiering (kasgeldleningen) drie kwartalen boven dit bedrag uitkomt, is de gemeente verplicht over te gaan tot consolidatie. De kortlopende schuld moet dan omgezet worden in een langlopende geldlening. Voor 2020 zit ons kasgeldlimiet op ruim € 9,5 miljoen. Het verwachte financieringstekort bedraagt begin 2020 € 15,4 miljoen en loopt op gedurende het jaar. Dit tekort wordt veroorzaakt door aflossingen op leningen.

Gezien de overschrijding op de kasgeldlimiet, wordt eind 2019 een plan gemaakt om in 2020 gedeeltelijk te consolideren. De huidige markt voor het kasgeld is dusdanig dat het lonend is de kasgeldpositie niet overhaast te consolideren op de kapitaalmarkt. Door dagelijks de ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te monitoren kan, in geval van een stijgende rente, snel gehandeld worden.

Liquiditeitenplanning en financieringsbehoefte
De liquiditeitenplanning voor 2020 is als volgt:

bedragen x € 1.000

Liquiditeitenplanning

2020

Stand liquiditeiten 1/1

-15.385

Saldo exploitatie

5.795

Saldo investeringen

-9.092

Saldo grondexploitatie

5.805

Saldo financiële activiteiten

-33.399

Stand liquiditeiten 31/12

-46.276

In 2020 stijgt de financieringsbehoefte van € 15,4 miljoen begin 2020 tot naar verwachting € 46,3 miljoen eind 2020. De belangrijkste reden hiervoor zijn meerdere aflossingen op bestaande leningen. Daarnaast leiden de toegenomen kosten voor het sociaal domein en verminderde inkomsten vanuit het rijk ook tot een stijging van de financieringsbehoefte.

Bij de meerjarige financieringsbehoefte is rekening gehouden met de in de begroting opgenomen
investerings- en bestedingsplannen, alsmede met de geraamde inzet van voorzieningen. Daarnaast is vanwege het ontbreken van een meerjareninvesteringsprogramma, vanaf 2020 een aanname hieromtrent gedaan. Hieruit volgt het volgende beeld voor de meerjarige financieringsbehoefte.

Grafiek: meerjarige financieringsbehoefte en verloop leningenportefeuille

In bovenstaande grafiek stijgt de financieringsbehoefte vanuit de Algemene Dienst meerjarig naar ruim € 40 miljoen, terwijl de financieringsbehoefte vanuit de grondexploitaties op termijn verdwijnt. De stijgende financieringsbehoefte wordt verklaard door aflossingen op bestaande leningen, stijgende kosten op sociaal domein en minder inkomsten vanuit het rijk.

Rentetoerekening
Vanaf 2017 moet de ‘reële’ (omslag)rente in de begroting worden verwerkt. Middels onderstaand renteschema wordt inzicht gegeven in de rentelasten, het renteresultaat en de wijze waarop rente aan investeringen, grondexploitaties en taakvelden wordt toegerekend.

Op basis van bovenstaand overzicht, is de voorcalculatorische omslagrente in de begroting 2020 berekend op 1,5%. Dit percentage is gelijk aan de omslagrente in 2019. Deze rente wordt toegepast aan de uitgaven- en inkomstenkant van de begroting. Ook geldt deze omslagrente voor het bepalen van de rentekosten op basis van de geraamde financieringsbehoefte voor de periode 2020-2023.

Wet schatkistbankieren
Eind 2013 is de Regeling Schatkistbankieren in werking getreden. Op grond van deze regeling dienen decentrale overheden eventuele overtollige geldmiddelen in ’s Rijks Schatkist aan te houden, dit met uitzondering van een zeker drempelbedrag. Voor Houten ligt de drempelwaarde in 2020 op € 0,84 miljoen. Omdat de gemeente voornamelijk aan de opnemende kant zit, wordt een situatie van overtollige middelen niet verwacht.

Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet Hof)
Per 1 januari 2014 is de Wet Houdbare Overheidsfinanciën (Wet Hof) van kracht. Deze wet zorgt er voor dat de schulden van de totale Nederlandse overheid niet te hoog worden. De grens van het toegestane tekort bedraagt 3,0% BBP (Bruto Binnenlands Product). Naast het Rijk dient ook de decentrale overheid zich aan strengere normen te houden. Voor de periode van 2019 tot en met 2022 ligt de norm op -0,4 % van het bruto binnenlands product (bbp). De individuele EMU-referentiewaarde voor Houten bedraagt voor 2019 bijna € 3,6 miljoen (tekort).Voor 2020 is de referentiewaarde nog niet bekend, daarom gaan we uit van de waarde over 2019.
In onderstaand overzicht is te zien dat de verwachte EMU-saldi over 2019, 2020 en 2021 respectievelijk € 6,3 miljoen, € 7,1 miljoen en € 11,9 miljoen (overschot) bedragen. De conclusie die daaruit kan worden getrokken, is dat Houten in 2019, 2020 en 2021 in positieve zin bijdraagt aan het EMU-saldo.

ga terug